Tekeningen bij gedichten Hooglied Uw wangen zijn liefelijk De balken onzer huizen zijn cederen, onze galerijen zijn de cipressen Gelijk een lelie onder de doornen, alszo is mijn vriendin onder de dochteren. Als een appelboom onder de bomen des wouds, en de stem der tortelduif Mijn liefste is mijn, Die wijdt onder de leliën, een paradijs van granaatappels Ik heb mijn rok opgetogen, Zijn ogen zijn als duiven bij waterstromen, Zijn handen zijn als gouden ringen, Mei, deel 1 – Herman Gorter mei stond op, een doos van zilver in haar hand stond stonden golven als witte rammen op. en gele boot kroop uit de nevel geluid over zeegelaat mei, ik zoek het gezicht van mei eens uit dit land op winst en buit of naar een vis die rode vinnen uit het water stak zongen een school meermannen blz 28 zo stond maanvrouw in hogen wind zij was nu bang nu ze alleen gelaten van mei. die haar ogen opent en daar zit nimfen en elven der zee Aan schor en stad niks voorbij – Tsjebbe Hettinga